top of page

Westlaanrun

Westlaanrun: zot zijn doet (meestal) geen zeer

Men zegt dat zot zijn geen zeer doet. Ik wil dit, als ervaringsdeskundige, een klein beetje nuanceren. Zot zijn doet, wat mij betreft wel degelijk zo nu en dan eens (ferm, fameus of een heel klein beetje) zeer.

Zondag tijdens de Westlaanrun was daar 1 voorbeeld van. Altijd maar weer in dezelfde liefdesval lopen is een 2de voorbeeld (mannen he, allez, dienen enen toch). Maar laat me het daar vooral niet verder over hebben.

Over zondag dus. Voor het eerst de Westlaanrun in Roeselare gelopen. 9 kilometer en een kletske. Met maar liefst 27 TTR-ers. Hun enthousiasme werkte aanstekelijk, evenals de aanmoedigingen van de paar beste-stuurlui-staan-aan-wal-leden (maar ze waren er wel, super!). Met een zo goed als slapeloze nacht achter de rug en niets tussen de kiezen (oorzaak: zie 2 hierboven) volgde ik toch gezwind het spoor van mijn immer vrolijke maatje Evelien. Het liep echt overheerlijk. Mét roze pruik en rode neus. Zot, gezellig zot zelfs, helaas met flink veel hartzeer, maar met een ontzettend goed gevoel dat loopje gelopen.

Een kleine 10 kilometer in 57 minuten, niet slecht voor mijn doen. Helemaal niet slecht zelfs. Dankjewel hoor Evelien voor die attente en vooral immer voorname aanmoedigingen “allez godverrrrrr Naessens, nie zagen, ge kunnet wél, lopen verdomme”. Dat clowns kunnen vloeken als ketters dat weten ze in Roeselare nu dus ook. En ik, ik durfde niets anders dan volgen. Wie Evelien kent weet wat ik bedoel.

Maar hadden we nu gewoon onze mond eens gehouden he Evelien, zoals iedere normale mens, wie weet hadden we er nog een paar minuutjes van af kunnen knijpen. Maar neen, we moesten weer klappen tegen elknen hond met een klakske. Van “eilaba pisser, zoveel stress dajal na 10 minuten de struiken induikt?” tot een “opgepast ée, uit de kant, we zijn hier” tegen de agenten. De eerste keer schrokken ze een beetje, misschien dachten ze wel dat we een bommengordel droegen? (Het is hen vergeven, we moeten nog wat trainen, kgeef toe. Maar we zijn goed bezig! J). De tweede keer moedigden ze ons trouwens wel uit volle borst én met een grote stralende glimlach aan. Wedden dat ze dat voor niemand anders deden?

Toch hadden we gewoon beter onze klep gehouden in de plaats van ganser conversaties over hoe die handjes wel niet op onze T-shirts gekomen zijn te voeren met onze achterliggers. Ge willet niet weten. In ieder geval ideeën en vrijwilligers zat voor volgende keer. We babbelden gewoontegetrouw met elkaar maar op den duur eigenlijk zo een beetje met iedereen. Zélfs met mensen op hun balkon. Tweede verdieping. Ahum. Stemt tot nadenken niet? Met oudjes op het voetpad. In hun deuregat of achter hun gordijntje. Met lopers die ons voorbij staken (veel, heel veel) en met de enkelingen die wij voorbij konden steken (een stuk of 3).

Maar eigenlijk vind ik het allemaal best zo. Goed gelopen, veel gezwaaid, veel gezeverd, veel gelachen. We leefden ons helemaal in in onze rol van clown. We waren onze (vr)olijke zelve en dit keer helemaal gelegitimeerd. Tof! En ik heb van begin tot eind, ontzettend genoten. Geef toe, wat moet dat nog meer zijn?

O ja. Die andere zeertjes? Daar klappen we niet meer over. Want wat is een jagende hartslag van 183? (ja kweetet, er is nog veel werk aan de winkel, iemand kandidaat om bij te trainen?). Wat stelt een onnozel bleintje op m’n kleine teen maar voor? Wat is dat piekende koudje na de wedstrijd? Dat kleine zeertje in mijn hoofd (haddek maar wat meer moeten slapen, opnieuw, zie klote 2). Ach wat stelt dat voor? Inderdaad. Niets. Absoluut zalig nietsiepietsie helemaal niets.

Want waren het de lopers? Was het het publiek? Was het het heldere weten van hoe goed ik me wel voel tegenwoordig? Hoe ik elke dag een beetje gezonder word? Dat kleine beetje beter dan gisteren? Waren het de mede TTR-ers? Om ter zotst? Was het dat kleine gelukje van de “net-niet regen”? Was het het parcours? Het kunnen? Het mogen? Ik weet het niet. Maar toch was het er. Toch en desondanks of misschien wel dankzij. Het zalige gevoel van gelukkig zijn.

Heerlijk.

MIEK'S TRIATLON TIPS

#1 

Alles is mogelijk.

 

#2

People who say it cannot be done should not interrupt those who are doing it (George B. Shaw)

 

#3

Stap per stap. Dag per dag. Gewoon doen.

#4

Omring je met mensen die in je geloven.

#5

Ga bij een club. Zoveel gelijkgestemden. En vooral ook: mensen die weten wat ze doen.

Meer quotes, klik hier

bottom of page