top of page

Het waarom

31 januari 2016. 8 uur. Ontbijtloop als start van het nieuwe triatlon seizoen. Dit keer liep ik gewoon mee. Wie had dat gedacht?

Bange wezel

Exact een jaar geleden stond ik nog onwennig te wezen tijdens het startontbijt. Lopen deed ik niet. Teveel schrik. Onwennig is een understatement. “Miek” was op dat moment gewoon synoniem voor “bange wezel”. De overheersende, ja zelfs enige, gedachte toen was: waar ben ik toch aan begonnen? Want geef toe. Wat bezielt een a-sportieve, ongezonde, kettingrokende (al lag dat gelukkig al iets langer achter me), sociale en dus graag uitgaande (iedereen moet in iets uitblinken), hardwerkende en bijgevolg bij wijlen zeer gestresseerde vrouw van boven de 40 met een beetje overgewicht om te gaan triatlonnen?

Hoe het begon

Midlifecrisis. Dat was het verdict van enkele vrienden. Akkoord. Misschien. Ook. Mijn grote mond ligt echter aan de basis van mijn start-to-triatlon-verhaal. Dat en mijn kinderen. Na hun zoveelste: “da kankik niet hoor” en “pfffs” en “tis te moeilijk” en “da gaat niet”. Na net die ene zucht teveel (wie pubers heeft, weet wat ik bedoel), schoot ik in een Franse colère en stak één van mijn donderpreken af: “Lieve kindertjes: niet gaan, dat bestaat niet. Wie z’n best doet en er écht voor gaat, kan alles bereiken wat ie maar wil. Gelijk wat, je kan het, als je er je zinnen maar op zet en er heel hard je best voor doet”. Wie me kent weet dat hier veel méér woorden aan te pas zijn gekomen. Een waterval aan kwek kwek zeg maar. En een half toegeknepen linker oog. Doe ik altijd als ik kwaad ben. De boodschap klinkt iedereen wel bekend in de oren. Akkoord, misschien wat kort door de bocht. Maar mooie, grote, sterke uitspraken.

Motivational speeches, ze zijn bedoeld om de toehoorder te motiveren en aan te zetten tot grootse daden. Hier kent u mijn kinderen echter (nog) niet. Van “jij hebt gemakkelijk praten” en “ja, ja, t’zal wel” kwamen ze plots met deze uitspraak op de proppen: “Als het dan allemaal zo gemakkelijk is ee moeke, loop jij dan maar eens een marathon”. Waarop de jongste (slim als ze is, ik was immers net aan het joggen geslagen): “das te makkelijk. Een triatlon. Ja, doe een triatlon”. Niet dat een marathon binnen m’n directe mogelijkheden lag. In de verste verten niet zelfs. Maar, daar gingen m’n koters plots blijkbaar wel van uit. Dus daar stond ik dan. Met al mijn wijsheden. Toen. Daar. Op dat moment. Besloot ik m’n eigen woorden waar te maken. Leven als voorbeeld. Slik.

Daarom dus

Daarom leest u dit nu. Daarom zwem, fiets en loop ik. Daarom heb ik het voorbije jaar meer uren gesport dan in al mijn vorige levensjaren samen.

Nu ik dit schrijf valt me plots een quote te binnen uit een conference van Wim Sonneveld (klik voor de youtube link): “Want wat is een opvoeder? Een opvoeder is een stakker die in het duister tast.” (Ouders onder ons: zeker eens beluisteren. Gewoon ogen toe en genieten. Het is hilarisch en na zoveel jaren nog even actueel. Voor de jonkies: het is stand-up comedy avant la lettre.) Vandaag, iets meer dan een jaar na de feiten, tast ik beslist nog steeds in het duister. Maar een stakker voel ik me al lang niet meer.

De club

Dank aan TTR hiervoor. Aan de trainers, de medestarter, de leden, het bestuur en de bezielers van de club. Jullie hielpen me een nieuwe wereld in. Een wereld die me uitstekend bevalt. Waarin de sky de limit is. Waarin ik dagelijks progressie maak. Elke dag een beetje beter. Fysisch én mentaal. Neen, het liep niet over rozen. En niemand zal me horen zeggen dat het voorbije jaar gemakkelijk was. Van 1 gezapig uurtje tennis, waar de pré en de after-tennis steeds primeerden, naar 6,7,8,9,10 tot soms zelfs 12 uren intensief sporten per week, bovendien vaak ontiegelijk vroeg in de ochtend, het was bij momenten gewoon loodzwaar. Maar het was mooi. Prachtig. Fantastisch. Geen superlatieven genoeg die kunnen weergeven hoe ik me voel. Misschien is de tevreden glimlach die meer dan ooit zomaar op m’n lippen verschijnt wel de beste getuige.

Maar het ging over de club dus. Na m’n beslissing ging ik naarstig op zoek naar info over trainingen, kleding, voeding, … Het internet staat er bol van. Maar ik zag door het bos de bomen niet. Hoe begin je hier begot aan? Tot ik op websites van clubs terecht kwam. Een beetje sociale druk en mensen die weten hoe het moet, net wat ik nodig had. Peer pressure. Het doet een mens uit z’n luie zetel komen. De keuze om lid te worden van TTR en niet van een andere club was eigenlijk heel eenvoudig. Woorden als: “voor alle sporters”, “helpen eerste stappen zetten”, “plezier laten primeren op prestatie”. Ik kon me er absoluut in vinden. Maar het was dat ene zinnetje op de TTR-website dat in het oog sprong en me voor altijd bij zal blijven. “Wij beoefenen triatlon als uitdrukking van ons geluk, niet als streven naar geluk” (klik voor link naar missie en visie). Mooier kun je toch niet in het leven staan?

Plezier boven prestatie, gelukkig maar

Ondertussen nam ik aan 3 officiële wedstrijden deel. Ja, wie had dat gedacht? Achtstekes, kgeef toe, het stelt op zich niet veel voor. Peanuts (Noten? Waar noten? Wie noten? Hoe noten?). Maar voor mij wel. Voor mij waren het mijlpalen. Elke keer. Overwinningen op mezelf. Voor mij betekende het veel. Zoveel zelfs dat ik nu, aan de drempel van mijn tweede (start-to-)triatlon-seizoen, nieuwe doelen stel. Dezelfde achtstes met evenveel goesting en dezelfde leute. En Brugge. Een kwart, voor wie niet in het ‘milieu’ zit, dat is 1 kilometer zwemmen, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer lopen. Mijn papa vroeg: “is dat met overnachting?” Niet dus ee Pake. Ook de Iron man niet trouwens, waar 4 km moet worden gezwommen, 180 km gelopen, met als afsluiter nog een marathonneke. Het is allemaal na elkaar, door dezelfde mens. Machtig toch? Als ik Brugge goed verteer doe ik er misschien nog wel eentje (of twee) meer. Kwartjes uiteraard. De rest komt later. Absoluut. Toch zeker misschien. En in ieder geval waarschijnlijk.

Het gaat de goede kant op

Zwemmen blijft ondertussen een opgave. Het duurde vorig jaar precies 6 weken om 50 meter crawl non stop te kunnen zwemmen. Veel verder ben ik nog niet echt geraakt, ik schakelde in wedstrijd immers altijd na een paar slagen over op m’n geliefde schoolslag. Doe ik op training nog steeds te vaak. Stom, maar ‘tverstand komt met de jaren. Ik leef op hoop. Want ooit. Ooit zal ik drijven, klieven, mezelf voortpropellen alsof het niets is. Baan 5, here I come.

Fietsen lukt steeds beter. Vorig jaar gaf mijn splinternieuwe smart watch nog aan dat ik 19 (!) dagen moest recupereren na de eerste rit. Extreme belasting. Nogal ja. De laatste kilometers werd ik zelfs geduwd. Dat was meteen ook de hoogste snelheid die ik ooit op de fiets haalde. Deze winter heb ik flink bijgetraind in een speciale winterwielertraining (alstublieft dankuwel). Even afwachten toch tot de eerste rit in februari want het is zoals alles: the proof of the pudding is in the eating (Not. Denk aan uw triatlonlichaam!).

Lopen gaat ook behoorlijk, al is de opwarming tussen al dat triatlongeweld op de dinsdagtraining nog steeds aan mijn wedstrijdtempo en voel ik na halfweg mijn kaarske stillekes uitdoven. Maar… who cares? Ik hoef me nergens voor te schamen. Integendeel. Niemand lacht me uit. Of toch, soms, maar dat is nu net het mooie. Zelfrelativering is bij zowat alle TTR-leden latent aanwezig. Een grap is nooit ver weg. Zelfs de grootste oppergoden met meerdere iron mans achter hun naam ontsnappen niet aan heerlijke kwinkslagen en vette knipogen. De solidariteit in de club is groot. Beginner of doorwinterde ironman. Het respect is altijd wederzijds.

Het was en is een prachtig avontuur, dat ik voor geen geld ter wereld had willen missen. Want ondertussen staat hier een sportieve, gezonde, sociale en nog steeds graag uitgaande (blink blink), nog harder hardwerkende maar zo goed als stress-loze madam in de fleur van haar leven.

En dat overgewicht? Tja, m’n triatlonlichaam ben ik nog steeds aan het aandoen. Dat is net als met het pak, een soort van gevecht. Maar, één geruststelling, uiteindelijk lukt het wel. Allebei. Ook hier ben ik op goede weg. Jieha!

Start-to-triatlon. Beslist een aanrader.

Voor iedereen. Of toch bijna iedereen want Pappie, ik zie u hier toch liever niet meer mee beginnen zulle.


MIEK'S TRIATLON TIPS

#1 

Alles is mogelijk.

 

#2

People who say it cannot be done should not interrupt those who are doing it (George B. Shaw)

 

#3

Stap per stap. Dag per dag. Gewoon doen.

#4

Omring je met mensen die in je geloven.

#5

Ga bij een club. Zoveel gelijkgestemden. En vooral ook: mensen die weten wat ze doen.

Meer quotes, klik hier

bottom of page