top of page

Hoop


Miek, de hoopgeefster. Hilarisch. En toch is het wel een beetje werkelijkheid. Immers, op elke wedstrijd en op elke training is er wel iemand die zich aan me optrekt. Ik verklaar me nader.

Vorig jaar sloot ik me aan bij een triatlonclub. Als starter uiteraard. Kreeg ik door dat lidmaatschap toch wel niet de mooiste clubkleding van het land zeker? Met in koeien van letters: TriatlonTeam Roeselare. Een trisuit (Je zwemt, fietst en loopt op wedstrijd in dit tenuetje). Zwart en lichtblauw. Mooi hoor. Al slankt die bleekblauwe band op de buik wel niet echt af. Dito fiets- en looptruitje en een koersbroek. En allemaal voorzien van die fraaie clubnaam: TriatlonTeam Roeselare.

Zalig. Soms toch. In de fitnessclub kreeg ik deze winter goedkeurende knikken van respect. Zo van, “wow, jij doet triatlons”. Op een spinningfiets draai je je knop zo hard of zo licht als je zelf maar wil; Je moet al een kenner zijn om te zien op welke snelheid de loopband staat; Ook topatleten hebben in de winter vaak een laagje vet; En niemand die weet dat mijn triatlons zich (nog maar) beperken tot achtskes (ochotochiere). Ja, op zo'n dagen voel ik me best trots in m’n triatlon outfit.

Op training is dat soms wel een beetje anders. De eerste 20 minuten van de looptraining (de opwarming dus) putten me al zodanig uit dat ik elke keer uitkijk naar de rek en strek oefeningen die er op volgen. Zit ik daar te hijgen en te puffen en dan moet de echte training nog beginnen. Ja, de dinsdagen zijn elke keer weer een confrontatie. En de donderdagen en de zaterdagen en de zondagen. Maar toch. Goed bezig. Of toch ook een beetje niet. Ik teken immers niet elke training present, mea culpa.

Maar tegelijk toch weer helemaal. Dat goed bezig. Als hoopgeefster. Voor al die andere sportievelingen. Die me moegetjoold* en soms nog bek-affer dan ik, voorbij lopen of fietsen. In gedachten hoor ik hun gejuich. Ik zie het aan hun doen. Ze rechten hun rug. Ze gaan net dat beetje sneller. Zo van: “joepie, ik heb net een triatleet ingehaald!” (of “als die dat kan, dan ik zeker!” Da’s ook mogelijk. Ik ben geen helderziende.)

Zo maak ik elke training en elke wedstrijd wel iemand eventjes blij. Geef ik er een paar hoop. OK, vele paartjes. Een paar tientallen paartjes, is misschien correcter. Op wedstrijd, zowat iedereen die na mij gestart is, om helemaal precies te zijn.

Een andere mens zou hier wakker van liggen. Zou niet in mijn schoenen willen staan en al zeker niet op mijn positie willen finishen. Mij maakt het wél een beetje vrolijk. De gedachte iemand moed te hebben gegeven, een sprietje hoop, iemand dat ietsiepietsie sterker te hebben gemaakt. En kortstondig blij. Toegegeven, het is vergezocht. Een beetje bie t'hoar getrokken*. Misschien een heel klein ieniemienie beetje overdreven. Maar ‘t zou wel mooi zijn, niet?

Al kan hun gedachte natuurlijk ook zijn: “kijk naar dedie. Die heeft toch wel het verkeerde boyke* aan, de tjaffelare*.”

Ook hilarisch.

*Niet-West-Vlamingen zie: https://sites.google.com/site/tieltswoordenboek/woordenboek/ van de werkwoorden: tjollen (sukkelen) en tjaffelen (moeilijk gaan) en nen boy als in pullover/truitje.

MIEKS FAVORIETE QUOTES

#1

Sometimes the wrong choices bring us to the right places.

#2

A goal without a plan is just a wish.

#3 

When we change the way we look at things, the things we look at change.

 

#4

Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen dan hazen.

 

#5

Alles van waarde is weerloos (Lucebert)

 

#6

Happiness is only real when shared.

#7

Alles wat de moeite waard is, is het waard de moeite voor te doen.

#8 

Get a Fulfilling Life, Not Just an Impressive Lifestyle.

#9

Alles is bonus.

#10

Pluk de dag.

 

bottom of page